Als docent vraag ik het elk jaar aan mijn studenten; bij wie op stage worden kinderen gestraft door bijvoorbeeld op een ‘strafstoel’ te moeten zitten? En daarna stel ik de vraag;
bij wie worden kinderen nooit gestraft, uit de kring gezet of op een strafstoel gezet? Meestal hangt het er om, maar gemiddeld wordt de klas in tweeën gedeeld. De studenten die nooit een straffende pedagogisch medewerker meemaken snappen er niks van; een strafstoel? Boos worden? Dat is toch niet nodig? Bij ons gebeurt dat nooit. De studenten die de andere kant ervaren kunnen zich er ook niks bij voorstellen; bij ons is het echt nodig hoor. Het kan echt niet anders! Bijzonder hè, dit verschil?
Ik denk dat werken vanuit integratie of vanuit inclusie een rol speelt. Bij werken vanuit integratie bepaal jij de regels, het dagprogramma en het activiteitenaanbod en help je de kinderen hier zo goed mogelijk aan mee te doen. Voor sommige kinderen een makkie, voor anderen een hele lastige, soms onmogelijke klus. Als pedagogisch medewerker stimuleer je, geef je complimenten, ondersteun je, begrens en mopper je en vanuit onmacht geef je soms straf. De druk ligt bij het kind, hij/zij moet zich aanpassen.
Als je werkt vanuit inclusie kijk je anders naar de groep. De kinderen, hun ontwikkeling en behoefte zijn uitgangspunt voor jouw programma. Aan jou de uitdagende taak om de regels, het dagprogramma en het activiteitenaanbod zo te organiseren dat ieder kind zo goed mogelijk mee kan doen. Dat betekent dat je de groep heel vaak splitst zodat je beter kunt aansluiten bij de kinderen, dat je niet verwacht dat ieder kind zich naar jou schikt maar dat jij je naar de groep schikt. De druk ligt bij jou. Lukt het jou om alle kinderen goed mee te laten doen?
Het tweede belangrijke aspect is volgens mij de stijl van leidinggeven van de pedagogisch medewerker. Werk je vanuit macht of vanuit kracht? Als je handelt vanuit macht zoek je zelf de machtsstrijd vaak op. Als je nu niet dit, dan …. Als je handelt vanuit kracht, handel je vanuit vertrouwen. Samen komen jullie er wel uit. Vanuit macht leg je iets op aan een kind, vanuit kracht overleg je of geef je keuzes. Het kind is een serieuze medeverantwoordelijke. Je wilt dat het kind leert zelfstandig na te denken en keuzes leert te maken en dat het niet blindelings luistert naar anderen.
Vorige week zag ik Karin aan het werk. Peter, Eric en Marleen rennen rondjes om de tafel. ‘Jongens, op de groep mag je niet rennen, kunnen jullie ook rustig lopen?’, vraagt Karin vriendelijk. Het lukt tien seconden maar als Eric weer een sprintje inzet, rennen Marleen en Peter er direct weer achter aan. ‘Jongens, wat heb ik nu gezegd? Rustig lopen, laatste keer hoor!’. Wat zou ik nu graag ‘de film’ even stop willen zetten en met Karin de situatie willen bespreken; waarom stoppen deze kinderen niet? Is dat onmacht of onwil? Hoe kun je ze laten stoppen zonder boos te worden? We zouden mogelijkheden bedenken zoals; je kunt ze naar buiten of naar de gang laten gaan om te rennen, je kunt ze aanbieden om samen een boek te gaan lezen, je kunt ze vragen jou even te helpen. Karin kiest vanuit haar onmacht voor boos worden en zet de drie kinderen op een stoel aan tafel. En nee, ze mogen er niet lekker spelen, ze moeten even nadenken.
Een dag later zie ik Lidy aan het werk. Arthur speelt wel heel luidruchtig met een auto. Lidy loopt naar hem toe en vraagt Arthur; ‘Wat is er aan de hand met die auto? Wil jij wel even met die auto naar de garage, ik hoop dat ze hem daar kunnen repareren zodat hij niet meer zo veel lawaai maakt’. Arthur knikt en rijdt met veel lawaai naar de garage. Even later is het rustig. De auto is gerepareerd en Arthur krijgt een dikke duim van Lidy.
Als je een ster bent in positief leiding geven, leef je kinderen voor hoe je handelt vanuit kracht. En toevallig leren kinderen het allermeest van dat wat jij ze voorleeft. Je biedt een veilige structuur en heldere kaders. Je geeft positieve gedragsaanwijzingen, je vertelt kinderen vooral wat wel mag, je werkt met ik-boodschappen en grijpt tijdig in zodat je voorkomt dat het uit de hand loopt.
Vanuit kracht werk je aan verbinden en samen verantwoordelijk zijn en vanuit macht roep je altijd boosheid en verzet op. Kinderen met lastig gedrag hebben juist die verbinding, jouw liefde en steun zo hard nodig!
Ik hoor sommigen al sceptisch reageren. Kinderen moeten toch opgevoed worden? Rianne Kok stelt in haar onderzoek (Universiteit Leiden, 2013) dat kinderen van opvoeders die ondersteunen, begrip tonen, vriendelijk voor afleiding zorgen, veel vaker uit zichzelf luisteren dan kinderen van barse en strenge ouders. Straffen en boos worden levert op de lange duur dus niks op!
Werk jij vanuit macht of vanuit kracht en vanuit integratie of vanuit inclusie? Mooie vraag om eens over na te denken tijdens de komende vakantieperiode…